Een vrouw en een jongetje op een zonnige dag in het park, terwijl ze bellenblazen.

Als je vertrouwd bent met onze gidsen over de basisbeginselen van fotografie, heb je misschien al wat technieken uitgeprobeerd en fotoboeken van je foto’s gemaakt. Wanneer je de instellingen die we tot nu toe hebben behandeld nog niet helemaal onder de knie hebt, zetten we alles voor je op een rijtje. In deze beknopte gids vind je een korte samenvatting van de belangrijkste onderwerpen uit de fotografie: de sluitertijd, het diafragma, de ISO-waarde en de witbalans.

Wat is sluitertijd?

Een vrouw die op straat fietst op een mistige, zonnige dag. Boven de hele straat hangen felgekleurde papieren lantaarns.

Als je een foto maakt, gaat de camerasluiter open en dicht, waardoor er een bepaalde hoeveelheid licht op de sensor of film valt. Door de sluitertijd aan te passen, kun je bepalen hoe lang er licht in je camera komt. De juiste sluitertijd is afhankelijk van de omgevingsfactoren van je fotoshoot en hoeveel belichting je voor de foto nodig hebt. Een langere sluitertijd betekent dat er meer licht in de camera binnendringt en een kortere sluitertijd verkleint het moment van lichtinval. Door de sluitertijd aan te passen, kun je allerlei creatieve effecten bereiken, zoals het isoleren van bewegingen of het creëren van bewegingsonscherpte.

Meer informatie over de basisbeginselen van sluitertijd vind je hier.

Praktische tips voor als je met de sluitertijd wilt experimenteren

  • Bewegingsonscherpte is een geweldige manier om het gevoel van beweging vast te leggen. Om dit effect te creëren, gebruik je een langere sluitertijd van ongeveer 1/20e van een seconde. Voor dit effect moet er niet te veel natuurlijk licht zijn, anders raakt de foto overbelicht.
  • Door het aanpassen van de sluitertijd kun je ook geweldige actiefoto’s maken. Probeer eens een actiemoment te fotograferen met een korte sluitertijd van ongeveer 1/500e van een seconde. Voor dit soort opnames is veel natuurlijk licht nodig, anders raakt je foto onderbelicht.

Raadpleeg deze gids voor meer praktische tips over de sluitertijd.

Wat is diafragma?

Een man staat aan het strand en houdt een klein kind vast op een heel zonnige dag.

De meeste cameralensen beschikken over een diafragma dat uit een aantal bladen bestaat die, net als oogpupillen, kunnen openen en sluiten. Het diafragma bepaalt, net als een pupil, hoeveel licht er door de lens binnenkomt. Als de bladen zich openen, ontstaat er een opening waardoor licht wordt binnengelaten: het diafragma. Op een digitale spiegelreflexcamera wordt het diafragmagetal aangeduid als een f-stop.

Op je camerascherm wordt dit weergegeven als ‘f/x’. Als de x een laag getal is, betekent dit dat het diafragma wijder wordt geopend. Hoe wijder het diafragma wordt geopend, hoe lichter je foto zal zijn. Hoe hoger de x, hoe kleiner het diafragma en hoe donkerder de foto zal zijn. Door het diafragma aan te passen, kun je ook de scherptediepte bepalen, waarmee je op een creatieve manier de blik van de kijker naar belangrijke punten in je compositie kunt leiden.

Raadpleeg onze gids voor beginners voor alle basisbeginselen van het diafragma.

Praktische tips voor als je met het diafragma wilt experimenteren

  • Als je een gedetailleerde foto wilt maken van een drukke straat, kun je een klein diafragma proberen. Op die manier zorg je ervoor dat de foto overal scherp is en alle details worden vastgelegd.  Fotojournalisten maken vaak van deze techniek gebruik, omdat de foto de kijker direct aanspreekt en weinig aan de verbeelding overlaat.
  • Als je de focus wilt leggen op één persoon of op een bepaald voorwerp in een scè­ne, gebruik je een groot diafragma. Op deze manier wordt de voorgrond scherp in beeld gebracht en de achtergrond een beetje wazig. Zo kun je de blik van de kijker naar die persoon of dat voorwerp begeleiden.

Meer leuke experimenten met het diafragma vind je hier.

Wat is ISO?

Een foto van een mensenmenigte tijdens een concert. De belichting is laag en alles op de achtergrond is wazig, inclusief het podium.

De ISO-waarde verwijst naar de lichtgevoeligheid van je camerasensor. Als je analoog fotografeert, geeft de ISO-waarde aan hoe lichtgevoelig de filmrol is. Als je een analoge camera gebruikt, zul je voor verschillende lichtomstandigheden verschillende filmrolletjes moeten gebruiken. Bij digitale camera’s kun je simpelweg je ISO-instellingen aanpassen.

Op een digitale camera beginnen ISO-waarden meestal ongeveer bij 100. Elke daaropvolgende ISO-waarde is telkens een verdubbeling van de vorige: 200, 400, 800, 1600, 3200. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer licht er op je sensor valt; je foto wordt dus bij elke stap twee keer zo licht.

Praktische tips voor ISO-waarden

  • De makkelijkste manier om ISO te gebruiken, is om de waarde te verhogen als je foto te donker is. Maar let op: hoe hoger de ISO-waarde, hoe meer ruis er ontstaat. Ruis bestaat uit een laag digitale resten en laat je foto er korrelig uitzien.
  • Met de ISO-waarde kun je ook een scherpe actiefoto maken. Voor het fotograferen van een onderwerp bij indirect licht of op een bewolkte dag, kun je de ISO-waarde vergroten zodat je een korte sluitertijd kunt gebruiken van 1/500e of 1/1000e van een seconde.

Meer tips en trucs voor het gebruik van de ISO-waarde vind je hier.

Wat is witbalans?

Een close-up van een vrouw en een slapende baby. De vrouw op de voorgrond is een beetje wazig, terwijl de baby scherp in beeld is gebracht.

Niet al het licht is hetzelfde en sommige belichting is koeler van kleur dan andere, denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen blauw neonlicht en een warmgekleurde zonsondergang. Camera’s zijn niet in staat om de lichtkwaliteit in dit soort situaties heel nauwkeurig te herkennen. Hoewel er automatische instellingen zijn die het een en ander corrigeren, hebben kleuren niet altijd de juiste balans. Gelukkig kun je dat oplossen met de witbalans. Door het aanpassen van de witbalans zorg je ervoor dat kleuren correct op je foto worden weergegeven.

De kleurtemperatuur wordt uitgedrukt in kelvin. Lage temperatuurwaarden staan voor warmer licht, zoals kaarslicht, en hoge waarden duiden op een bewolkte lucht of schaduw. Op smartphones of in fotobewerkingssoftware vind je vaak een schuifregelaar, waarmee je de kleurtemperatuur kunt aanpassen nadat je een foto hebt gemaakt. Dit soort schuifregelaars gaan meestal van geel naar blauw en van groen naar lichtpaars.

Ontdek alles wat je over de witbalans moet weten in deze gids.

Praktische tips voor witbalans

  • Als je de witbalans van je foto aanpast met een schuifregelaar, voeg je vaak al snel teveel van een bepaalde kleur toe. Het is meestal de bedoeling dat de kleuren van je foto er realistisch uitzien, tenzij je voor een bepaalde look gaat.
  • Om te voorkomen dat je foto teveel van een bepaalde tint bevat, verplaats je de schuifregelaar eerst naar de twee uitersten, zodat je een idee krijgt van hoe de foto eruit zou zien als de ene kleur overheersender is dan de andere. Verplaats de schuifregelaar daarna weer naar het neutrale middelpunt en breng van daaruit subtiele correcties aan.

Een actiefoto van een klein meisje dat met twee honden aan het rondrennen is op een kleine grasheuvel.

Tot zover een korte opsomming van alle onderwerpen en fotografietips die in onze serie aan bod zijn gekomen. Als je een beginnend fotograaf bent, is het uitproberen van deze technieken een geweldig startpunt. Gaandeweg zul je steeds meer technische kennis opbouwen en inzicht krijgen in het maken van goede foto’s. Van daaruit kun je gaan experimenteren met deze functies en instellingen, en je creativiteit de vrije loop laten.

We hopen dat je dankzij het uitproberen van deze technieken al een paar fantastische foto’s hebt gemaakt. We zullen je op de hoogte houden van onze volgende reeks fototips, zodat je het niveau van je foto’s weer een treetje hoger kunt tillen. Tot het zover is, kun je met je nieuwe skills pronken door je beste foto’s te verzamelen in een fotoboek van albelli en door eropuit te gaan om meer geweldige foto’s te maken.

Reacties